Dagboek van juf Margje | Een dag uit het leven van een Busselaar

2023-03-24

Aangenaam. Mijn naam is Margje Oerlemans-Laros. Onder leerlingen beter bekend als Juf Margje.

Juf. JUUHUUUUUFFFFF of soms zelfs mama of opa. Inderdaad. Ik ben leerkracht. Trotse leerkracht van groep 4 bij OBS Den Bussel. Graag neem ik jullie mee in mijn leven als leerkracht. In de klas zitten allemaal verschillende kinderen. Individuen. Met hun eigen normen en waarden, hun eigen talenten. Het is aan mij om daar een groep van te maken. Ik noem het liever een team. Een team werkt namelijk samen en zorg5t ervoor dat we het beste in elkaar naar boven halen. Een team zorgt voor elkaar, helpt elkaar. Als leerkracht ben ik daar bewust mee bezig. Afgelopen week deed de situatie zich voor om hiermee aan de slag te gaan. Een leerling had een woordenwisseling gehad met een andere leerling. Beiden waren boos en verdrietig. De ene leerling wilde het uitpraten en gewoon weer lekker door. Bij de andere leerling zaten de emoties hoog en was nog niet klaar om erover te praten. We hebben afgesproken dat we tijdens de middagpauze even rust nemen en dan in de middag even bij elkaar komen om het uit te praten. Het is middag. De ene leerling is er al overheen en komt vrolijk binnen. De andere leerling zit nog steeds in dezelfde emotie. We gaan in gesprek, maar het loopt vast. Tegelijkertijd geeft ze aan dat ze niet meer verdrietig en boos wil zijn. Hier zie ik een kans om als team in actie te komen en deze leerling te helpen. Ik vraag aan de klas: “lieve jongens en meisjes, we hebben hier in de klas iemand die niet meer kan lachten. Hoe kunnen we haar helpen?” Onmiddellijk steken een aantal leerlingen hun vinger in de lucht om een oplossing aan te dragen: moppen vertellen, gekke bekken trekken, grappige filmpjes kijken, de kieteldood en nog veeeeeeeel meer. U begrijpt dat we ALLES hebben geprobeerd. Iedereen deed zijn of haar stinkende best om de leerling aan het lachen te krijgen. Maar er kwam geen lachje. Zelfs geen glimlachje. Iedereen lag dubbel, behalve die ene leerling. Nog maar eens brainstormen. Hoe krijgen we haar aan het lachen? Ineens een geniaal idee: “Juf, we halen haar broer erbij. Die kan haar altijd aan het lachen maken.” Zo gezegd zo gedaan. Haar broer zei: “Oh, laat dat maar aan mij over.” Hij komt de klas in en loopt op zijn zus af en begint met haar boter-kaas-en-eieren te spelen. Iedereen hield zijn adem in en deed alsof ze aan het werk waren. Maar stiekem waren alle ogen gericht op onze enige hoop: de broer. Ik zie ze helemaal in elkaar opgaan. Zachtjes praten, grapjes maken, de twinkeling in hun ogen en…Ja Hoor! Een glimlach! YESSSSS! Iedereen begin te klappen en te juichen. Het is ons als team gelukt: we hebben iemand geholpen. Trots kijk ik de klas rond. Iedereen is door het dolle heen. Hoe fijn is het dat je elkaar kunt helpen. Dat hebben wij samen gedaan. Mijn leerlingen, mijn klas, mijn team. En ik mag hun juf zijn. Hun trotse jur.