Hoe het Doordacht Passend Lesmodel (DPL) een heel team aan de haak sloeg

2022-12-08

De instructies waren vaak te lang en de lessen konden beter, zag intern begeleider Ellen Meeuwissen van obs de Touwladder in Kaatsheuvel. Op zoek naar een nieuwe manier van lesgeven, stuitte zij op het Doordacht Passend Lesmodel (DPL) van de CED-Groep. Inmiddels is dit model voor instructie helemaal ingeburgerd in de hele school. Hoe gaat het een jaar na de implementatie? Samen met Yvonne Schreuder, leerkracht groep 1-2 en Jonge Kind Specialist, blikt Ellen terug op een wereld van verschil.

Aanhaken of afhaken

Het is alweer drie jaar geleden dat Ellen haar zoektocht startte. Toen ze ontdekte dat DPL vol zit met elementen uit Teach Like a Champion, Breinsleutels en Coöperatieve Werkvormen, was ze meteen om. ‘Ik vind het fijn dat DPL onderbouwd, uitgebreid en diepgaand is. Goede en leuke werkvormen, een goede lesopbouw, kennis over hoe kinderen leren: het is allemaal belangrijk. En de ontwikkelingen en inzichten gaan door. Ik zag dat het in Teach 3.0 nog veel meer gaat over lesvoorbereiding. Daar besteden wij ook al veel aandacht aan.’ De kinderen van obs de Touwladder zijn er inmiddels aan gewend dat een leerkracht verkleed de klas in kan komen, een banaan in de hand houdt of iets anders onverwachts. ‘Dat heet een Haak,’ vertelt Yvonne. ‘Door iets geks of opvallends te doen, prikkel je de leerlingen aan het begin van de les. Je slaat ze dus eerst aan de haak en vervolgens ga je met het lesdoel aan de slag. Die lange instructies van leerkrachten, daar haken leerlingen op af.

Implementatie in rustige stappen

Het Doordacht Passend Lesmodel bestaat uit vier overzichtelijke en beknopte fasen die cruciaal zijn voor een goede instructieles. In 2019 startte de Touwladder met de implementatie van de eerste twee fasen: de start van de les en de interactieve instructie. Het schooljaar erop volgden de fasen van actieve verwerking en het einde van de les. Innovatie- en organisatieadviseur Rick van Dijk was gedurende deze twee jaar bij de implementatie betrokken en gaf vorig jaar nog een opfriscursus. ‘De school heeft een mooie doorgaande lijn van groep 1 tot 8 neer weten te zetten. De structuur van het model geeft leerkrachten veel houvast en ze kregen steeds meer inzicht in de verschillende niveaus van de leerlingen. Daarnaast heeft het werken met het principe ‘ik-wij-jullie-jij’ gezorgd voor meer eigenaarschap bij de leerlingen. Dit houdt in: de leerkracht doet iets voor, oefent dan samen met de leerlingen, vervolgens oefenen de leerlingen het samen met een coöperatieve werkvorm en ten slotte doet de leerling het alleen. Naast de schoolbrede trainingen had ik een-op-eengesprekken met de leerkrachten na de klassenbezoeken, samen met Ellen.’ ‘Ik ben heel blij dat we ervoor hebben gekozen om de implementatie in twee jaar te doen,’ zegt Ellen. ‘We hadden de tijd om eerst echt iets te leren voordat we doorgingen naar het volgende. We hebben natuurlijk wel vaker scholingen gedaan. Dan zie je toch dat collega’s het geleerde op een gegeven moment weer loslaten of maar half uitvoeren. Ik heb het idee dat iedereen heeft ingezien dat dit DPL-traject écht betere lessen oplevert.

Druk? Voorbereiding geeft juist rust

Wat is nu eigenlijk het doel van de les? Daar begint het allemaal mee. Inmiddels prijken de lesdoelen overal netjes op de borden in de klas. Een duidelijk lesdoel maakt het mogelijk een realistisch tijdspad te maken en helpt om de les goed voor te bereiden. ‘Je begint eigenlijk aan het einde en werkt naar dat einde toe in de uitwerking van je les,’ legt Yvonne uit. ‘Wat ga je nou precies doen en hoeveel tijd kost dat?’ Er is bij Yvonne al een paar keer in de klas gefilmd. ‘En dan ben ik echt trots. Het is zo leuk om te zien dat de kinderen precies weten waar ze aan toe zijn. Ook de beurtstokjes helpen goed. Iedereen moet nadenken. Weet je het niet, dan kun je de beurt aan een ander geven, maar daarna komt de beurt weer bij jou. Kinderen zijn actiever en doen succeservaringen op. En niet alleen in groep 1-2, maar in alle klassen gaat dat zo. Ik viel een poosje in bij groep 7. Ik merkte dat de lesdoelen helpen om een stapje harder te lopen. De leerlingen zijn gemotiveerd en bepalen meer zelf wat ze leren. En is het moeilijk? Dan kun je toch in stapjes naar het doel werken.’ Doordat de kinderen actief aan het werk zijn, heeft de leerkracht meer rust. Ook vooruitdenken draagt daaraan bij. ‘Wat zou moeilijk kunnen zijn voor de kinderen? Welke vragen zouden er kunnen komen? Als je dat al hebt bedacht, sta je ontspannen voor de groep.’

Borging

Inmiddels is het een jaar geleden dat Rick over de vloer kwam. Hoe is het daarna gegaan? ‘Rick en ik deden de klassenbezoeken altijd samen,’ vertelt Ellen. ‘Ik heb veel van hem geleerd en echt goed leren kijken. Nu ben ik de DPL-coach van de school. We hebben een kwaliteitskaart gemaakt voor DPL. Collega’s kunnen dan makkelijk terugvinden hoe het ook alweer zat. Als we nieuwe collega’s krijgen, dan leid ik ze in een jaar op. We hebben toevallig drie nieuwe collega’s dit jaar, die geen van allen ervaring hebben met didactische modellen. Dat leren ze niet op de pabo.’ Yvonne: ‘Er zijn nog steeds leerkrachten die heel lang in een kring zitten. Ik zit zelf in een leernetwerk en daar merk ik het ook. Als ik dan vertel over DPL, bijvoorbeeld over dingen als zo’n haak, dan vinden ze dat wel heel interessant.’ Eén van de nieuwe collega’s heeft al bij Ellen aangegeven dat ze denkt dat haar instructies te lang zijn. ‘Daar ga ik natuurlijk mee aan de slag,’ zegt Ellen. ‘Verder fris ik nu en dan de kennis op in een scholing of een teamvergadering. Even weer alle stappen doorlopen. In de klassenobservaties merk ik dat de laatste stap geregeld aandacht nodig heeft. Dat is het afronden van de les met de vraag: is het lesdoel behaald?’

Het doel van de Touwladder is in ieder geval behaald: DPL heeft de kwaliteit van de instructies én van de lessen in het algemeen enorm omhoog geholpen. Nieuwsgierig geworden naar DPL?